De wapenborden: vijftiende-eeuwse visitekaartjes
In de Grote Kerk hangen vijfendertig Gulden-Vliesborden. Tijdens het kapittel van 1456 hingen de borden in het koor, boven de zetels van de Vliesridders. Nu hangen de zestiende-eeuwse borden in twee reeksen tegenover elkaar aan de binnen muren van de kerk. Het veel grotere wapenbord van Filips de Goede hangt afzonderlijk aan een grote pilaar bij het Hoogkoor.
Een Gulden-Vliesbord is een bord of paneel met een (familie)wapen en in gouden letters de naam en titel(s) van een ridder. Tijdens het kapittel lieten de wapenborden zien met wie men te doen had. Zo fungeerden zij in de middeleeuwen als visitekaartjes van de ridders.
Wist je dat:
De naam van de ridder niet altijd verwijst naar zijn woongebied? Zo woonde Frank van Borssele bijvoorbeeld niet in Borssele, maar in Den Haag.
Het vakgebied dat zich bezighoudt met familiewapens noemt men heraldiek. Achter alle gebruikte figuren, kleuren en metalen schuilt een betekenis. Dieren, menselijke gestalten en andere elementen worden gestileerd weergegeven en met speciale termen beschreven. Vair staat bijvoorbeeld voor bontwerk met hermelijn en grijze eekhoorn. Het wordt afgebeeld als in rijen gerangschikte zilveren en blauwe klokjes.
Naast de eenendertig wapenborden zijn er twee identieke borden met de symbolen van de Orde en twee met het jaar van het kapittel, namelijk 1456.