Een nieuwe tijd, een nieuwe invulling

Na de dood van Filips de Goede in 1467, bleef de Orde van het Gulden Vlies bestaan. Met de geboorte van Filips de Schone, de vader van Karel V, ging de ridderorde van de Bourgondische dynastie over op het Habsburgse vorstenhuis. Dat veranderde weer toen de zoon van Karel V, Filips de II, zich eind zestiende eeuw in Spanje vestigde. Toen kwam het zwaartepunt van de Orde meer op het Spaanse koningshuis te liggen. Vanaf 1711 bestaan er twee Ordes van het Gulden Vlies: de Oostenrijkse en de Spaanse. De Oostenrijkse tak is eigenlijk het meest ‘oorspronkelijk’ en handelt nog volgens oude rituelen met authentieke objecten: net als vroeger leggen nieuwgekozen Vliesridders hun eed nog af op het speciale schwurkreuz.

Wist-je-dat:
De ketting met de gouden ramsvacht, het kenmerkende attribuut van de Vliesridders, nog steeds gedragen wordt door de ridders van de Orde van het Gulden Vlies?

De Oostenrijkse Orde van het Gulden Vlies viert het bestaan nog altijd tijdens kapittels. Vliesridder worden, kan overigens niet zomaar. Je dient van de hoogste adel te zijn. En als niet-katholiek is het sowieso onmogelijk om lid te worden van de Oostenrijkse Orde. De Spaanse tak is minder streng wat dat betreft, omdat die zichzelf sinds het begin van de negentiende eeuw meer als een civiele ridderorde beschouwt.

Prinses Beatrix is sinds 1985 lid van de Spaanse tak. Het hoofd van deze orde, de soeverein, is koning Juan Carlos van Spanje. Aartshertog Otto van Oostenrijk is soeverein van de Oosterijkse tak. De Belgische koning Albert II is lid van beide takken. Voor beide orden geldt vandaag de dag dat het doel verlegd is van politiek naar behoud van het Europese culturele erfgoed.

Wist-je-dat:
Prinses Beatrix de tweede vrouw was die toetrad tot de Orde? Koningin Isabella van Spanje (1830-1904) ging haar voor.